Veenmakers 2: koolstofverwijdering in veen in ter Aar

Wat zijn veengebieden?

Veengebieden zijn waardevolle ecosystemen die water en grote hoeveelheden koolstof opslaan en biodiversiteit ondersteunen. Veen is een natuurlijk organisch materiaal dat ontstaat wanneer biomassa zich ophoopt in anaerobe omstandigheden, zoals onder de grondwaterspiegel. Onder deze anaerobe omstandigheden stopt de microbiële afbraak van het organische materiaal grotendeels, waardoor het materiaal inert wordt en bewaard blijft. De zure omstandigheden in veengronden versterkten dit conserveringsproces nog meer.

Als zodanig zijn er door de geschiedenis heen grote hoeveelheden organische koolstof opgeslagen in veengronden. Momenteel wordt 20% van de hoogvenen in Europa bedreigd door klimaatverandering en ontwatering. Ook in Nederland is de afgelopen 30-40 jaar ongeveer 20% van het veen verdwenen.

Dit betreft een testproject van 100m2 in ter Aar waarbij 126 ton CO2 wordt verwijderd uit de atmosfeer. 'Veenmakers 1' betreft ons grote project van 3.8 ha wat momenteel ontwikkeld wordt.

Nieuw veen maken

(Re)store Carbon heeft een methode bedacht om nieuwe turf te maken, zogenoemd ‘Veenmakers’. Bijkomende voordelen van deze methode om veen te maken zijn de verbetering van de draagkracht van de bodem, het voorkomen van bodemdaling en de opslag van een grote hoeveelheid koolstof, wat resulteert in een netto CO2-verwijdering. De innovatieve methode om turf te maken is gepatenteerd door (Re)store Carbon. Deze methode is vergelijkbaar met het natuurlijke proces waarbij bos veen wordt, en past biomassa toe in de ondergrond van veenbodems onder de grondwaterspiegel. Dit brengt het natuurlijke organische materiaal (de biomassa) onder anaerobe, licht zure omstandigheden van veen, waar de natuurlijke afbraakprocessen stoppen. Als gevolg hiervan worden grote hoeveelheden koolstof die zijn opgeslagen in de biomassa verwijderd uit de atmosfeer voor een zeer lange periode (>100 jaar), terwijl de draagkracht van de bodem wordt verbeterd en bodemdaling wordt voorkomen. De opgeslagen biomassa kan afkomstig zijn van verschillende bronnen van biomassa die normaal gesproken achtergelaten wordt om te ontbinden, zoals bos- en snoeiresten, bermgras, kasplantresten en andere plantenresten. Vanwege het vermogen om koolstof op lange termijn op te slaan, met een zeer laag risico op het vrijkomen in de atmosfeer (d.w.z. de hoogste categorie in de Oxford Principles for Net Zero Aligned Carbon Offsetting), is deze methode een aanvulling op andere opslagmethoden met een lange levensduur, zoals Direct Air Capture Carbon Storage (DACCS). Het heeft echter verschillende voordelen: 1) omdat het de kracht van de natuur gebruikt om CO2 uit de atmosfeer te halen, heeft het geen grote hoeveelheden energie nodig voor het koolstofafvangproces, en 2) omdat de afgevangen koolstof wordt opgeslagen in veengebieden, is het niet nodig om de diepe putten te boren die gewoonlijk nodig zijn voor DACCS.

Over de Verwijderaars:

(Re)store Carbon en de Veenmakers methodologie is ontwikkeld door Paul Smits, Rene Leegte, Jurriaan Reijs en Renze Schram. 

Website
https://veenmakers.nl/